In mei het weer zover: het Eurovisie Songfestival! De 67ste editie van het EK Zingen vindt plaats in het Britse Liverpool. Eigenlijk had Oekraïne het festival moeten huisvesten, maar dat bleek door de voortdurende oorlog geen optie. Het Verenigd Koninkrijk, dat na een lange periode van malaise dit jaar ineens als tweede eindigt, mag daarom voor het eerst in 25 jaar het songfestival organiseren. De komende maanden zullen de diverse deelnemende hun inzendingen presenteren. Wij laten ze hier stuk voor stuk de revue passeren en vinden er wat van.

Door Jeroen Bootsman – IJsland is een relatieve nieuwkomer op het songfestival. In 1986 deed het eiland voor het eerst mee en het maakt tot dusver elk jaar trouw zijn opwachting, op twee keer na toen slechte resultaten de jaren ervoor hen op de reservebank dwong. Overdreven goed zijn de prestaties niet te noemen: overwegend middenmoot of achterhoede, maar toch ook zeven toptiennoteringen.

In 1999 leek het te gaan gebeuren: zangeres Selma deed het met het aanstekelijke All out of luck waanzinnig goed bij de wedkantoren en maakte haar favorietenrol tijdens de puntentelling aanvankelijk helemaal waar. Uiteindelijk moest zij toch Charlotte Nilsson – de Zweedse Pamela Anderson – voor laten gaan met Take me to your heaven, een ABBA-esk klinkend nummer van typisch Zweedse makelij. Tien jaar later opnieuw een tweede plaats voor IJsland, dankzij zangeres Yohanna.

IJsland zou je wel kampioen pechvogel van het songfestival kunnen noemen, want in 2020 was Think about things van Daði & Gagnamagnið, één van de grote favorieten voor de overwinning. Dat feest ging niet door want door de coronapandemie kon het songfestival (in Ahoy Rotterdam) geen doorgang vinden. Weliswaar won IJsland nog wel een door fans online opgezet alternatief festival, maar de druiven waren zuur.

De tekst gaat hieronder verder.

Ysland

Diljá – Power

IJsland is eigenlijk het Volendam van Europa, want ondanks het feit dat het het dunstbevolkte land van Europa is, blijkt het heel wat muzikaal talent te herbergen. Dat wil niet zeggen dat de deelnemers allemaal van het gehalte Björk zijn. Vorig jaar nog een tamelijk flets singer-songwritervehikel, dat toch vrij verrassend wel de finale wist te halen. Dit jaar belooft het niet veel beter te worden. Power begint veelbelovend, maar ontaardt al snel in een doorsnee melodietje, dat je na drie minuten direct weer vergeten bent. Dit is er zo een die zich perfect leent voor een sanitaire pauze en het bijvullen van de chips, nootjes en drankjes.